Column: Naar de peuterspeelzaal

Door Mooby Redactie

Delen

Gepubliceerd op 30 augustus 2019 15:38

Daar sta je dan, lief klein mensje van me. Net twee geworden, de slingers hangen nog in de kamer. Toen je vanmorgen wakker werd was je stiller dan normaal. Je gebruikelijke geklets in je ledikant heeft plaatsgemaakt voor een diepe geeuw. Met je knuffel stevig in je armen geklemd, besluit je weer te gaan liggen.

En met je ogen stevig dichtgeknepen denkt mama misschien wel dat je nog slaapt en dat je dus mag blijven liggen. Maar nee; in het rijtje van eerste keren is ook de peuterspeelzaal een onvermijdelijke.

Met pandabeker naar de peuterspeelzaal

Van opa en oma kreeg je een nieuwe rugtas. Een groene met vliegers erop. Groot genoeg voor een drinkbeker en een paar luiers. De beker mocht je zelf uitkiezen. Je koos er een met een panda erop, want je houdt zo van dieren. Je kleren voor vandaag hebben we samen klaargelegd. Een spijkerbroek en je lievelingstrui met sterren.

Ik til je uit bed, kleed je aan en ruik aan je dunne haartjes. Sommige kinderen hebben al een bos vol, maar bij jou zijn het nog babypiekjes met de lekkerste geur van de hele wereld. Als je aangekleed bent, klem je je armen om me heen. Ik geef een kusje in je nek en we blijven even voor het raam naar buiten staan kijken. We zeggen niks.

Jouw handje in de mijne

Met moeite eet je een paar stukjes brood. Schoenen aan, jas aan, rugzak op. Je treuzelt en vraagt of je knuffel mee mag. Dat mag. Een klein zacht handje zoekt de mijne en laat in de tien minuten die we lopen, niet meer los. Soms stop je even om naar een vogel te wijzen. Je schrikt van een brommer die luidt knetterend voorbijrijdt. Je kijkt naar me op, ik glimlach bemoedigend en samen lopen we verder.

En dan is daar onze bestemming. Jouw bestemming en jouw nieuwe avontuur. We gaan naar binnen en hangen je jas aan de kapstok. Jouw greep verstevigt zich en op de drempel blijf je staan. Je blik gaat naar een groep jongetjes dat de glijbaan van onderaf oprent. Dan naar de juf die vriendelijk maar resoluut zegt dat dat niet de bedoeling is. En vervolgens naar een groep kindjes die aan tafel zit te kleien. Je kijkt omhoog. Ik knipoog en samen gaan we naar binnen. De juf gaat door haar knieën, pakt je hand en aait je over je haren. Ze vraagt hoe je knuffel heet.

Zwaaien voor het raam van de peuterspeelzaal

Juf vraagt wat je wil doen en je wijst naar de kleitafel. Je gaat zitten en begint voorzicht een bol oranje klei uit te rollen. Ik blijf een paar minuten naast je zitten en zeg dan dat ik ga. Maar dat ik je straks weer kom halen. Je lip trilt zachtjes en je strekt je armen naar me uit. Juf vraagt aan je of je even wil zwaaien voor het raam. Je knikt haast onzichtbaar.

Ik loop naar buiten en leg mijn hand tegen het koele glas. Jij legt jouw handje tegen de binnenkant. Een paar tellen blijven we zo staan. Dan zwaai ik en zeg “tot straks”. Juf tilt je op en je zwaait. Niet uitbundig maar wel vol verwachting naar je juf, je klasje en je nieuwe vriendjes. Een kleine glimlach vormt zich op je gezicht. Ik loop weg richting het hek. Als ik me nog een keer omdraai zit je alweer te kleien op schoot bij de juf. De tranen die zojuist nog veilig in mijn keel zaten, vinden nu hun weg naar buiten. Tranen van loslaten, tranen van liefde.